dinsdag 26 april 2011

Mythen

3 Griekse mythen:
THESEUS: Aigeus, koning van Athene, is kinderloos en gaat ten raadde bij orakel Delphi. Op weg terug gaat hij langs bij vriend Pittheus, koning van Troizen. Pittheus voert Aigeus dronken en laat hem het bed delen met zijn dochter Aitra. Aigeus legt een zwaard en sandalen onder een rots, voor hij terugkeert naar Athene. Als zijn zoon, Theseus, sterk genoeg is om de rots te verplaatsen moet hij terugkeren naar zijn vader in Athene. Theseus groeit op in Troizen en is volwassen als hij de rots verplaatst. Hij trekt met zijn moeder naar Athene, langs de kustlijn waar bandieten en monsters op de loer liggen. Maar Theseus is dapper en geeft iedereen met slechte bedoelingen die zijn pad kruist een koekje van eigen deeg. Als hij in Athene aankomt, blijkt zijn vader getrouwd te zijn met Medea en had een zoon, Medon. Theseus houdt zijn identiteit geheim, maar Medea achterhaald dit en wil hem uit de weg ruimen door hem te laten drinken van een gifbeker. Zijn vader herkent hem voor hij drinkt en slaat de beker uit zijn handen. Medea en Medon worden verbannen uit zijn rijk.
Zijn grootste heldendaden zijn het gevecht met de stier van Marathon, waarin hij het dier dood, en het doden van de minotaurus in het labyrint op Kreta.
Na de dood van Koning Aigeus wordt Theseus koning. Hij is grondlegger van de Atheense republiek. Tijdens zijn regering over Athene vocht hij tegen de Amazones. Hij had een zoon Hippolytos bij een amazone genaamd Antiope. Hij keerde zich tegen hen om met Phaidra te kunnen trouwen, een dochter van koning Minos. Na de dood van Phaidra daalt hij met een vriend af naar het dodenrijk, waar Hades hem vastkleeft aan zijn zetel om in vergetelheid weg te zinken. Hieruit wordt hij later gered door Herakles. Hij sterft een roemloze dood.









NARCISSUS: De zoon van een riviergod en een nimf. Narcissus was een natuurmens en mensenschuw. Omdat hij op een, zo groot mogelijke, afstand bleef van de mensen, dachten de nimfen dat hij arrogant en hooghartig was. Door zijn afstandelijkheid wordt één van de nimfen doorschijnend van verdriet. Aphrodite, de godin van de liefde, strafte hem hiervoor. Hij zou vanaf dan op zijn eigen spiegelbeeld verliefd worden. Wanneer hij zijn weerspiegeling in het water wil kussen, valt hij voorover en verdrinkt. De nimfen krijgen spijt dat ze hem hebben laten straffen en willen hem als laatste eerbetoon een plechtige begrafenis geven. Maar als ze zijn lichaam zoeken in de bron waar hij verdronken is, vinden ze alleen op de plaats van het onheil een prachtige gele bloem met een sierlijke steel en een hartje. De narcis.











ARACHNE: Zij beheerst de kunst van het spinnen, weven en borduren als geen ander. Van alle sterfelijke vrouwen, blonk zij uit in dit handwerk. Kwade tongen beweerden dat Arachne alleen maar zo goed was, omdat Pallas Athene haar onderwezen had. Arachne is de speculaties beu en daagt Pallas Athene uit om zich met haar te meten. De godin Pallas Athene wil Arachne op andere gedachten brengen en gaat in de gedaante van een oude vrouw met haar praten. Arachne weigert de raad van de oude vrouw te aanvaarden, waarop deze verandert in de godin. Ze neemt de uitdaging aan en neemt, net als Arachne, plaats achter een weefgetouw. Ieders weven zij een tapijt waar zij taferelen in verwerken. Arachne drijft met de beelden op haar tapijt de spot met de god Zeus. Als Pallas Athene dit ziet wanneer de wedstrijd afgelopen is, verscheurd ze het tapijt en verandert Arachne voor straf in een spin. Zo beoefent het nageslacht van Arachne nog steeds de kunst van het spinnen en weven.

Als ik deze mythe lees moet ik meteen aan de uitspraak van mijn grootvader zaliger denken. “Jullie jongeren hebben geen respect meer voor het geloof en de oudere generatie.” Een uitspraak die de ouden van dagen nog steeds in de mond durven nemen wanneer iets hen niet zint. Een uitspraak waar waarachtig iets van werkelijkheid in schuilt.
Het verhaal doet mij ook denken aan het sprookje Assepoester, wanneer de stiefzusters haar kleed aan flarden scheuren en haar stiefmoeder haar een straf oplegt. Deze link maak ik niet zozeer door de inhoud van het verhaal, maar door de opbouw, vooral wat het einde betreft.
Toen ik het verhaal had gelezen, wierp ik nogmaals een blik op de titel ‘Arachne’. Het eerste wat in mij opkwam, was het woord arachnofobie, angst voor spinnen. Dit deed me terugdenken aan een ander verhaal uit de Griekse mythologie, waar Pan voor mysterieuze geluiden zorgde die iedereen de stuipen op het lijf jaagden. Panische angsten, een plotselinge, ongegronde schrik die je kan overvallen.
Het hoofdthema of grondmotief in deze mythe is hoogmoed. Arachne denkt dat ze beter is dan Pallas Athene en daagt haar uit. Maar zoals reeds Icarus het bewezen heeft, hoogmoed komt voor de val. In Arachnes geval is dat een betovering tot spin. Dat brengt mij tot ‘Sebastiaan,’ een gedicht over een spin, door de hand van Annie M.G. Schmidt. Ook deze spin kon zijn drang tot spinnen en weven niet onderdrukken en heeft deze met zijn leven moeten bekopen.


1 niet-Griekse mythe:
Keltische mythe, HET ZWARTE PAARD: Na de dood van de koning krijgt zijn jongste zoon een kreupele, oude schimmel. Hij voelt zich tenietgedaan en vertrekt met de schimmel. Op zijn tocht komt hij een prins tegen die zijn zwarte paard wilde wisselen voor de oude schimmel. Zo kwam de jongste koningszoon in het bezit van het zwarte paard. Hij besloot met het paard naar het rijk Onderzee te reizen. Daar aangekomen, wordt hij belast met een zware taak. Hij moet de dochter van de Griekse koning voor zonsopgang naar het land Onderzee brengen, zodat de kroonprins met haar trouwen kan. Het zwarte paard brengt hem naar Griekenland, waar ze met een list de dochter van de Griekse koning kunnen meenemen. Voor zonsopgang zijn ze terug in Onderzee. Maar de prinses wil niet trouwen zonder de zilveren beker van haar grootmoeder. Ook de beker wist hij te ontvreemden uit het Griekse kasteel. Hij bracht de beker bij de kroonprins en de prinses. Maar nog steeds wilde de prinses niet trouwen. Ditmaal eiste ze de ring die haar moeder en grootmoeder droegen op hun bruiloft. Na een lange, gevaarlijke tocht met het zwarte paard brengt de jongste koningszoon de ring bij de kroonprins. De kroonprins hoopt het huwelijk te voltrekken, maar zijn Griekse prinses eist nog een kasteel om in te wonen. De kroonprins geeft opnieuw de opdracht door aan de jongste koningszoon, die deze opnieuw volbrengt met de hulp van het zwarte paard. In het kasteel wordt een put gegraven, waar de Griekse Prinses de kroonprins van Onderzee induwt. Ze trouwt diezelfde dag met de jongste koningszoon. Na drie jaar zoekt de jongste koningszoon het zwarte paard terug op. Het zwarte paard beveelt hem om zijn hoofd af te hakken. De jongste koningszoon doet wat hem gevraagd word. Achter hem verschijnt een mooie man. Hij, Griekse prins en broer van zijn vrouw, was betoverd. De jongste koningszoon had de betovering van zijn zwager verbroken en hem gered.
Bij het lezen van deze mythe had ik moeite om mijn gedachten erbij te houden. De zinsbouw is niet echt gestructureerd en de woordkeuze is beperkt. De inhoud van het verhaal roept bij mij achterdocht en mededogen op. Achterdocht, vanwege de vele eisen die de Griekse prinses stelt en mededogen met de jongste zoon van de koning, omdat deze steeds weer moet opdraven om aan de prinses haar gunsten te gemoed te komen. Bij het lezen van de titel moest ik al denken aan de tv-serie Black Beauty. In deze serie speelt eveneens een zwart paard de hoofdrol. Ik vind de afloop van deze mythe vrij voorspelbaar. Ik vind ook dat deze mythe meer weg heeft van een sprookje vanwege de herhaaldelijke eisen van de Griekse prinses. De regel van 3 komt eveneens in deze mythe voor.
Het grondmotief in deze mythe is duidelijk hebzucht. De kroonprins wil kost wat kost met de Griekse prinses trouwen en de prinses wil pas trouwen als al haar eisen voldaan zijn. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Een levensles die ook vaak voorkwam in de verhaaltjes die mijn mama voorlas voor het slapengaan.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten