Waar het hart van vol is, loopt de mond van over... En als dit in je pen terecht komt, kruipt het in je koude kleren
dinsdag 26 april 2011
Mythen
3 Griekse mythen:
THESEUS: Aigeus, koning van Athene, is kinderloos en gaat ten raadde bij orakel Delphi. Op weg terug gaat hij langs bij vriend Pittheus, koning van Troizen. Pittheus voert Aigeus dronken en laat hem het bed delen met zijn dochter Aitra. Aigeus legt een zwaard en sandalen onder een rots, voor hij terugkeert naar Athene. Als zijn zoon, Theseus, sterk genoeg is om de rots te verplaatsen moet hij terugkeren naar zijn vader in Athene. Theseus groeit op in Troizen en is volwassen als hij de rots verplaatst. Hij trekt met zijn moeder naar Athene, langs de kustlijn waar bandieten en monsters op de loer liggen. Maar Theseus is dapper en geeft iedereen met slechte bedoelingen die zijn pad kruist een koekje van eigen deeg. Als hij in Athene aankomt, blijkt zijn vader getrouwd te zijn met Medea en had een zoon, Medon. Theseus houdt zijn identiteit geheim, maar Medea achterhaald dit en wil hem uit de weg ruimen door hem te laten drinken van een gifbeker. Zijn vader herkent hem voor hij drinkt en slaat de beker uit zijn handen. Medea en Medon worden verbannen uit zijn rijk.
Zijn grootste heldendaden zijn het gevecht met de stier van Marathon, waarin hij het dier dood, en het doden van de minotaurus in het labyrint op Kreta.
Na de dood van Koning Aigeus wordt Theseus koning. Hij is grondlegger van de Atheense republiek. Tijdens zijn regering over Athene vocht hij tegen de Amazones. Hij had een zoon Hippolytos bij een amazone genaamd Antiope. Hij keerde zich tegen hen om met Phaidra te kunnen trouwen, een dochter van koning Minos. Na de dood van Phaidra daalt hij met een vriend af naar het dodenrijk, waar Hades hem vastkleeft aan zijn zetel om in vergetelheid weg te zinken. Hieruit wordt hij later gered door Herakles. Hij sterft een roemloze dood.
Zijn grootste heldendaden zijn het gevecht met de stier van Marathon, waarin hij het dier dood, en het doden van de minotaurus in het labyrint op Kreta.
Na de dood van Koning Aigeus wordt Theseus koning. Hij is grondlegger van de Atheense republiek. Tijdens zijn regering over Athene vocht hij tegen de Amazones. Hij had een zoon Hippolytos bij een amazone genaamd Antiope. Hij keerde zich tegen hen om met Phaidra te kunnen trouwen, een dochter van koning Minos. Na de dood van Phaidra daalt hij met een vriend af naar het dodenrijk, waar Hades hem vastkleeft aan zijn zetel om in vergetelheid weg te zinken. Hieruit wordt hij later gered door Herakles. Hij sterft een roemloze dood.
NARCISSUS: De zoon van een riviergod en een nimf. Narcissus was een natuurmens en mensenschuw. Omdat hij op een, zo groot mogelijke, afstand bleef van de mensen, dachten de nimfen dat hij arrogant en hooghartig was. Door zijn afstandelijkheid wordt één van de nimfen doorschijnend van verdriet. Aphrodite, de godin van de liefde, strafte hem hiervoor. Hij zou vanaf dan op zijn eigen spiegelbeeld verliefd worden. Wanneer hij zijn weerspiegeling in het water wil kussen, valt hij voorover en verdrinkt. De nimfen krijgen spijt dat ze hem hebben laten straffen en willen hem als laatste eerbetoon een plechtige begrafenis geven. Maar als ze zijn lichaam zoeken in de bron waar hij verdronken is, vinden ze alleen op de plaats van het onheil een prachtige gele bloem met een sierlijke steel en een hartje. De narcis.
ARACHNE: Zij beheerst de kunst van het spinnen, weven en borduren als geen ander. Van alle sterfelijke vrouwen, blonk zij uit in dit handwerk. Kwade tongen beweerden dat Arachne alleen maar zo goed was, omdat Pallas Athene haar onderwezen had. Arachne is de speculaties beu en daagt Pallas Athene uit om zich met haar te meten. De godin Pallas Athene wil Arachne op andere gedachten brengen en gaat in de gedaante van een oude vrouw met haar praten. Arachne weigert de raad van de oude vrouw te aanvaarden, waarop deze verandert in de godin. Ze neemt de uitdaging aan en neemt, net als Arachne, plaats achter een weefgetouw. Ieders weven zij een tapijt waar zij taferelen in verwerken. Arachne drijft met de beelden op haar tapijt de spot met de god Zeus. Als Pallas Athene dit ziet wanneer de wedstrijd afgelopen is, verscheurd ze het tapijt en verandert Arachne voor straf in een spin. Zo beoefent het nageslacht van Arachne nog steeds de kunst van het spinnen en weven.
Als ik deze mythe lees moet ik meteen aan de uitspraak van mijn grootvader zaliger denken. “Jullie jongeren hebben geen respect meer voor het geloof en de oudere generatie.” Een uitspraak die de ouden van dagen nog steeds in de mond durven nemen wanneer iets hen niet zint. Een uitspraak waar waarachtig iets van werkelijkheid in schuilt.
Het verhaal doet mij ook denken aan het sprookje Assepoester, wanneer de stiefzusters haar kleed aan flarden scheuren en haar stiefmoeder haar een straf oplegt. Deze link maak ik niet zozeer door de inhoud van het verhaal, maar door de opbouw, vooral wat het einde betreft.
Toen ik het verhaal had gelezen, wierp ik nogmaals een blik op de titel ‘Arachne’. Het eerste wat in mij opkwam, was het woord arachnofobie, angst voor spinnen. Dit deed me terugdenken aan een ander verhaal uit de Griekse mythologie, waar Pan voor mysterieuze geluiden zorgde die iedereen de stuipen op het lijf jaagden. Panische angsten, een plotselinge, ongegronde schrik die je kan overvallen.
Het hoofdthema of grondmotief in deze mythe is hoogmoed. Arachne denkt dat ze beter is dan Pallas Athene en daagt haar uit. Maar zoals reeds Icarus het bewezen heeft, hoogmoed komt voor de val. In Arachnes geval is dat een betovering tot spin. Dat brengt mij tot ‘Sebastiaan,’ een gedicht over een spin, door de hand van Annie M.G. Schmidt. Ook deze spin kon zijn drang tot spinnen en weven niet onderdrukken en heeft deze met zijn leven moeten bekopen.
Het verhaal doet mij ook denken aan het sprookje Assepoester, wanneer de stiefzusters haar kleed aan flarden scheuren en haar stiefmoeder haar een straf oplegt. Deze link maak ik niet zozeer door de inhoud van het verhaal, maar door de opbouw, vooral wat het einde betreft.
Toen ik het verhaal had gelezen, wierp ik nogmaals een blik op de titel ‘Arachne’. Het eerste wat in mij opkwam, was het woord arachnofobie, angst voor spinnen. Dit deed me terugdenken aan een ander verhaal uit de Griekse mythologie, waar Pan voor mysterieuze geluiden zorgde die iedereen de stuipen op het lijf jaagden. Panische angsten, een plotselinge, ongegronde schrik die je kan overvallen.
Het hoofdthema of grondmotief in deze mythe is hoogmoed. Arachne denkt dat ze beter is dan Pallas Athene en daagt haar uit. Maar zoals reeds Icarus het bewezen heeft, hoogmoed komt voor de val. In Arachnes geval is dat een betovering tot spin. Dat brengt mij tot ‘Sebastiaan,’ een gedicht over een spin, door de hand van Annie M.G. Schmidt. Ook deze spin kon zijn drang tot spinnen en weven niet onderdrukken en heeft deze met zijn leven moeten bekopen.
1 niet-Griekse mythe:
Keltische mythe, HET ZWARTE PAARD: Na de dood van de koning krijgt zijn jongste zoon een kreupele, oude schimmel. Hij voelt zich tenietgedaan en vertrekt met de schimmel. Op zijn tocht komt hij een prins tegen die zijn zwarte paard wilde wisselen voor de oude schimmel. Zo kwam de jongste koningszoon in het bezit van het zwarte paard. Hij besloot met het paard naar het rijk Onderzee te reizen. Daar aangekomen, wordt hij belast met een zware taak. Hij moet de dochter van de Griekse koning voor zonsopgang naar het land Onderzee brengen, zodat de kroonprins met haar trouwen kan. Het zwarte paard brengt hem naar Griekenland, waar ze met een list de dochter van de Griekse koning kunnen meenemen. Voor zonsopgang zijn ze terug in Onderzee. Maar de prinses wil niet trouwen zonder de zilveren beker van haar grootmoeder. Ook de beker wist hij te ontvreemden uit het Griekse kasteel. Hij bracht de beker bij de kroonprins en de prinses. Maar nog steeds wilde de prinses niet trouwen. Ditmaal eiste ze de ring die haar moeder en grootmoeder droegen op hun bruiloft. Na een lange, gevaarlijke tocht met het zwarte paard brengt de jongste koningszoon de ring bij de kroonprins. De kroonprins hoopt het huwelijk te voltrekken, maar zijn Griekse prinses eist nog een kasteel om in te wonen. De kroonprins geeft opnieuw de opdracht door aan de jongste koningszoon, die deze opnieuw volbrengt met de hulp van het zwarte paard. In het kasteel wordt een put gegraven, waar de Griekse Prinses de kroonprins van Onderzee induwt. Ze trouwt diezelfde dag met de jongste koningszoon. Na drie jaar zoekt de jongste koningszoon het zwarte paard terug op. Het zwarte paard beveelt hem om zijn hoofd af te hakken. De jongste koningszoon doet wat hem gevraagd word. Achter hem verschijnt een mooie man. Hij, Griekse prins en broer van zijn vrouw, was betoverd. De jongste koningszoon had de betovering van zijn zwager verbroken en hem gered.
Bij het lezen van deze mythe had ik moeite om mijn gedachten erbij te houden. De zinsbouw is niet echt gestructureerd en de woordkeuze is beperkt. De inhoud van het verhaal roept bij mij achterdocht en mededogen op. Achterdocht, vanwege de vele eisen die de Griekse prinses stelt en mededogen met de jongste zoon van de koning, omdat deze steeds weer moet opdraven om aan de prinses haar gunsten te gemoed te komen. Bij het lezen van de titel moest ik al denken aan de tv-serie Black Beauty. In deze serie speelt eveneens een zwart paard de hoofdrol. Ik vind de afloop van deze mythe vrij voorspelbaar. Ik vind ook dat deze mythe meer weg heeft van een sprookje vanwege de herhaaldelijke eisen van de Griekse prinses. De regel van 3 komt eveneens in deze mythe voor.
Het grondmotief in deze mythe is duidelijk hebzucht. De kroonprins wil kost wat kost met de Griekse prinses trouwen en de prinses wil pas trouwen als al haar eisen voldaan zijn. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Een levensles die ook vaak voorkwam in de verhaaltjes die mijn mama voorlas voor het slapengaan.
Het grondmotief in deze mythe is duidelijk hebzucht. De kroonprins wil kost wat kost met de Griekse prinses trouwen en de prinses wil pas trouwen als al haar eisen voldaan zijn. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Een levensles die ook vaak voorkwam in de verhaaltjes die mijn mama voorlas voor het slapengaan.
maandag 25 april 2011
Balansverslag
Aan de hand van 3 categorieën heb ik mijn balansverslag van de voorbije twee jaar opgesteld. Leesvoer, leesbeleving en leesgedrag.
In ‘leesvoer’ zal ik mijn boekkeuzes toelichten en dieper ingaan op mijn leeslijst. ‘Leesbeleving’ gaat over mijn evolutie doorheen de jaren wat boekenkeuzes betreft. En tenslotte ‘leesgedrag’, hierin ga ik dieper in op mijn kijk op boeken, series en het niveau van literaire competentie.
In ‘leesvoer’ zal ik mijn boekkeuzes toelichten en dieper ingaan op mijn leeslijst. ‘Leesbeleving’ gaat over mijn evolutie doorheen de jaren wat boekenkeuzes betreft. En tenslotte ‘leesgedrag’, hierin ga ik dieper in op mijn kijk op boeken, series en het niveau van literaire competentie.
Leesvoer:
Als ik mijn leeslijst bekijk, kom ik tot de conclusie dat deze meer dan het dubbel aantal boeken bevat als de leeslijst van vorig jaar. Als ik naar de genres kijk, zie ik een groot verschil met de lijst van vorig jaar. Niet alleen heb ik mij dit jaar meer aan de boekenlijst gehouden, ook heb ik een breder aanbod van genres gelezen. Oude en nieuwe boeken sieren de leeslijst. Het oudste boek, stamt uit 1851. Het nieuwste boek is een uitgave van het jaar 2011. Ook meer en meer bekroonde boeken vullen mijn leeslijst. Ik heb mij ook laten overrompelen door poëzie. Tal van gedichtenbundels zijn mij gepasseerd en hebben mij geïnspireerd. Het aanbod aan gedichtenbundels is haast even groot als het aanbod aan boeken. Uiteindelijk heb ik mij laten verleiden door de gedichten van Leonard Nolens. Ik heb één van zijn vele liefdesgedichten gekozen om te bespreken voor een opdracht in het portfolio. Nog nooit had ik van de auteur gehoord, maar nu zal ik des te meer aan hem denken als zich een opdracht rond gedichten en poëzie voordoet. Noch een auteur die mij verbaasd heeft met zijn schrijfkunsten is Harry Mulisch. Van elke zin die het boek ‘twee vrouwen’ vormt, heb ik genoten. Ik die dacht dat Mulisch zware en ondoorgrondelijke lectuur was. Mijn denken over deze auteur is zeker veranderd in alle opzichten. Ik zal zeker nog meer boeken van hem lezen in de toekomst.
Op vlak van film ben ik een kneusje. De enige film die mij echt aangenaam verrast heeft, is Iep, naar het boek van Joke van Leeuwen. De verhaalstructuur is zo gelijklopend dat het lijkt of je het boek nogmaals leest. Dit is de eerste keer dat ik de film beter vind dan het boek, omdat de regisseur enkele scènes heeft samengenomen en meer spanning in het verhaal heeft gebracht.
Op vlak van film ben ik een kneusje. De enige film die mij echt aangenaam verrast heeft, is Iep, naar het boek van Joke van Leeuwen. De verhaalstructuur is zo gelijklopend dat het lijkt of je het boek nogmaals leest. Dit is de eerste keer dat ik de film beter vind dan het boek, omdat de regisseur enkele scènes heeft samengenomen en meer spanning in het verhaal heeft gebracht.
Leesbeleving:
Als ik een boek lees, maak ik steeds vaker op voorhand aantekeningen omdat deze later van pas kunnen komen voor een les. Ook tijdens het lezen kribbel ik steeds vaker bedenkingen in de kantlijn en onderlijn citaten of bijzonderheden die belangrijk zijn voor de personages en de bespreking van het boek. In mijn hoofd probeer ik personages te doorgronden en hun karaktertrekken en ontwikkelingen te plaatsen in het verloop van het verhaal. Een boek daagt pas uit als de verwachtingen van de lezer bevredigd worden. Een plot die te voorspellen is, kan weinig lezers bekoren. Ik heb leren genieten van het lezen en hoop dit ook over te kunnen dragen aan mijn leerlingen. Ook het aanzetten tot lezen, heeft mij geïnspireerd tot het schrijven. Het herschrijven van het fragment uit Moby Dick was voor mij persoonlijk de grootste uitdaging met het beste resultaat.
Leesgedrag:
Als kind las ik alleen de boeken die ik graag wilde lezen. Jeugdthrillers en spookverhalen stonden bovenaan mijn lijstje. Ik wilde niets liever dan voor het slapengaan nog even rillen in bed met een spookverhaal. Gek genoeg was het niet Anthony Horowitz waar mijn keuze naar uit ging. Menig andere schrijvers hebben mijn hunkering naar spoken en vampieren bevredigd. Bekroonde werken kwamen weinig voor in mijn boekenkast. Mijn eerste kennismaking met bekroonde boeken moet rond mijn 12e levensjaar geweest zijn, toen ik een pakket boektoppers bestelde. Sindsdien is het in stijgende lijn gegaan, wat boeken betreft. Toch ben ik ook van mening dat niet al de bekroonde boeken daarom ook goede boeken zijn. Er zijn boeken uit het boekentoppers gamma die mij teleurgesteld hebben. Meer dan eens heb ik toen gedacht, zo’n boek kan ik ook schrijven. Toch heb ik ontdekt dat het schrijven niet altijd even gemakkelijk is als het lezen. De woorden die uit je pen druipen vormen niet altijd de zinnen die in je hoofd zitten, en de zinnen die in je hoofd zitten zijn niet altijd de zinnen die een lezer kunnen boeien.
Mijn leesgedrag tegenover vroeger is zeker sterk geëvolueerd en veranderd. Toch denk ik dat ik me nog steeds op hetzelfde niveau van literaire competentie bevind als vorig jaar. Dat is niveau 4, de reden is nog steeds dezelfde, de boeken uit een hoger niveau spreken mij nog steeds niet aan. Hoewel er op mijn leeslijst boeken staan die eerder aanleunen bij niveau 5, zal ik niet uit mezelf deze boeken ontlenen in de bibliotheek. Dit heeft alles te maken met mijn voorliefde voor thrillers en politieromans. Ook mijn kijk op series en films is niet beïnvloed door het lezen van hoogstaande literatuur, dit omdat ik me vastklamp aan het bekende, omdat wat mij lief is niet aan verandering onderworpen moet worden.
Mijn leesgedrag tegenover vroeger is zeker sterk geëvolueerd en veranderd. Toch denk ik dat ik me nog steeds op hetzelfde niveau van literaire competentie bevind als vorig jaar. Dat is niveau 4, de reden is nog steeds dezelfde, de boeken uit een hoger niveau spreken mij nog steeds niet aan. Hoewel er op mijn leeslijst boeken staan die eerder aanleunen bij niveau 5, zal ik niet uit mezelf deze boeken ontlenen in de bibliotheek. Dit heeft alles te maken met mijn voorliefde voor thrillers en politieromans. Ook mijn kijk op series en films is niet beïnvloed door het lezen van hoogstaande literatuur, dit omdat ik me vastklamp aan het bekende, omdat wat mij lief is niet aan verandering onderworpen moet worden.
Groots in u zal zijn, moet desnoods uit de hemel geplukt, uit de wateren opgedoken, en aan onstoffelijke lucht blootgesteld worden. ( Herman Melville, uit Moby Dick)
Verwerkingsopdrachten jeugdboeken
Swindells, R. (2002). Bezopen. Averbode: Altiora.
14+
Jeugdroman.
(Nederlandse kinderjury 2003)
Alcoholverslaving, familie, schaamte
***
14+
Jeugdroman.
(Nederlandse kinderjury 2003)
Alcoholverslaving, familie, schaamte
***
C1) Bepaal het thema of het grondmotief. Zoek hierbij tenminste 4 gedichten en bespreek ze in functie van het boek.
Twee zestienjarige jongens met eenzelfde verslaving. Alcohol.
Dennis heeft het grootste deel van zijn leven geen vader. Zijn vader is een drankverslaafde man die zijn gezin in de steek laat, rondzwerft en bedelt om drank te kunnen kopen. Zijn moeder is alert en ziet dat Dennis dezelfde kant opgaat als zijn vader. Ze probeert tot hem door te dringen en hem te overtuigen om zich te herpakken en iets van zijn leven te maken.
Mark komt uit een welgesteld gezin. Zijn vader, sir Ralph Penfold, is algemeen directeur van de Penfold Brouwerijen en levert aan alle hoogaangeschreven dancings en horecazaken. Wanneer Mark zijn vader wil wreken, vanwege een goed bewaart geheim, loopt het uit de hand.
Dennis heeft het grootste deel van zijn leven geen vader. Zijn vader is een drankverslaafde man die zijn gezin in de steek laat, rondzwerft en bedelt om drank te kunnen kopen. Zijn moeder is alert en ziet dat Dennis dezelfde kant opgaat als zijn vader. Ze probeert tot hem door te dringen en hem te overtuigen om zich te herpakken en iets van zijn leven te maken.
Mark komt uit een welgesteld gezin. Zijn vader, sir Ralph Penfold, is algemeen directeur van de Penfold Brouwerijen en levert aan alle hoogaangeschreven dancings en horecazaken. Wanneer Mark zijn vader wil wreken, vanwege een goed bewaart geheim, loopt het uit de hand.
Het grondmotief van deze jeugdroman is alcoholverslaving. In het boek komen verschillende verhalen samen. In elk van deze verhalen is alcoholverslaving de rode draad. Om deze opdracht tot een goed einde te brengen ben ik op zoek gegaan naar gedichten en heb ondermeer een gedicht bijgevoegd dat ik zelf geschreven heb.
Mijn liefde is groot,
net als het gemis.
Mijn ziel ligt bloot,
Dat ik me niet in hem vergis.
We zijn als water in brood,
dat niet te scheiden is.
En gaat er één van ons dood,
dan leeft de ander met verlies.
Of nemen samen de vloot,
naar de eeuwige duisternis
net als het gemis.
Mijn ziel ligt bloot,
Dat ik me niet in hem vergis.
We zijn als water in brood,
dat niet te scheiden is.
En gaat er één van ons dood,
dan leeft de ander met verlies.
Of nemen samen de vloot,
naar de eeuwige duisternis
ð Alle personages uit het boek hebben een alcoholverslaving. Dit gedicht gaat over de onafscheidelijke binding die de personages hebben met alcohol. Ook nemen zij het allen mee in hun graf. Voor een verslaafde is zijn verslaving als liefde. Je leeft er mee, je sterft er mee en je laat elkaar nooit in de steek.
Het kind en ik
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist
ð Dit gedicht van Martinus Nijhoff, lijkt mij een goede beschrijving voor het gevoel dat de moeder van Dennis met zich meedraagt. Ze wil haar kind beschermen tegen de zelfde grillen die zijn vader hebben gekelderd. Maar telkens als ze denkt dat ze in haar opzet geslaagd is en Dennis haar belooft te stoppen met drinken, wordt zij teleurgesteld.
Bij dit gedicht heeft Christa Moesker een kortfilm gemaakt die terug te vinden is op volgende site: http://www.dichtvorm.nl/flaatjes/main.htm
Bij dit gedicht heeft Christa Moesker een kortfilm gemaakt die terug te vinden is op volgende site: http://www.dichtvorm.nl/flaatjes/main.htm
hij draagt, naast in zijn magere,
gehavende handen twee halluf-
geleegde flessen, een stuk of
wat vraagtekens op z'n rug mee
-doorheen de oude binnenstad-
het lijkt hem allemaal wel om 't
even te zijn (of schone schijn?)
hij vreet enkel brood en drinkt
heel erg veel bier en wijn ook,
en binnenkort gaat hij dood,
zo voorspelt de meerderheid
van de mensen in de buurt.-
Paris C.
ð Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat dit perfect de omstandigheden weergeeft waarin de zwervers in het verhaal overleven. Het muurtje op het pleintje is hun thuis, de supermarkt is hun ijskast waar zij, zodra het kan, om dorstlessers gaan. Ook de zwervers in het boek worden met de vinger gewezen door de omwonenden en de mensen uit de buurt.
Bronnen:
- Nijhoff, M. (1934). Nieuwe gedichten. Amsterdam: Querido.
- Paris, C. (04.11.2009). De zwerver. [21.04.2011, J.A.Kooiker: http://www.gedichten-forum.nl/toon_gedicht.php?gedicht_id=52487]
- Mee, van der F. & Bouwens, P. (06.04.2011). Café poëzie op kaart gebracht. [21.04.2011, Frank: http://ongezegd.blogspot.com/2011/04/cafe-poezie-op-kaart-gebracht.html]
- Nijhoff, M. (1934). Nieuwe gedichten. Amsterdam: Querido.
- Paris, C. (04.11.2009). De zwerver. [21.04.2011, J.A.Kooiker: http://www.gedichten-forum.nl/toon_gedicht.php?gedicht_id=52487]
- Mee, van der F. & Bouwens, P. (06.04.2011). Café poëzie op kaart gebracht. [21.04.2011, Frank: http://ongezegd.blogspot.com/2011/04/cafe-poezie-op-kaart-gebracht.html]
Sprookje: de queeste van de eenhoorn
De Queeste van de eenhoorn
Er was eens een pad. De pad in dit verhaal is echter geen gewone pad. De waar het hier om gaat heet Jean-Jacques. Ik hoor jullie nu al denken : Jean-Jacques, die naam klinkt mij bekend in de oren? Inderdaad, hij is niet van de minsten. Het merendeel van jullie zullen hem kennen als Koning Jean-Jacques de tweede. In dit verhaal kom je te weten hoe zijn leven was, voor hij zijn laatste adem uitblies.
Alles liep goed destijds, in het koninkrijk van Jean-Jacques, de mensen waren gelukkig, er was eten en drank in overvloed en haat was er in geen enkel mensenhart aanwezig. De koning genoot van elk moment dat hij regeerde. Na een tijdje was hij niet meer tevreden met simpelweg gelukkig zijn, hij wou steeds maar meer en meer. Elke keer hij er de kans toe kreeg, verhoogde Jean-Jacques de belastingen en iedereen die hem een strobreed in de weg legde eindigde zonder pardon aan de galg. Het eens zo vredige land leefde onder een waar schrikbewind. De oude tovenaar die reeds jarenlang de trouwe gezel en rechterhand van de koning was, kon het niet meer aanzien. De dag nadat de koning een klein meisje liet ophangen, omdat ze een brood stal om haar buikje te vullen, vervloekte de oude tovenaar de koning. Hij sprak een vloek over hem uit waardoor Jean-Jacques veranderde in een pad. Hij was gedoemd om voor eeuwig en altijd te regeren over een klein plasje water, een paddenpoel.
Zo was hij dus hier beland, koning Jean-Jacques, heerser van libellen en waterjuffers, een despoot in een plas water. Al jaren zon de kleine amfibie op wraak, en die dag leek nu gekomen…
Aan de rand van de plas was een spierwitte, sierlijke eenhoorn opgedoken. « He daar, dief! » Riep de pad. «Dat is wel mijn water dat jij daar binnenslurpt! En dan nog wel zonder mijn toelating! » De eenhoorn keek verbaasd op. Het gebeurde niet vaak dat iemand hem zo aansprak. « Wat is het probleem, kleine slijmerige vriend? » Vroeg hij zachtaardig. » « Dat jij mijn koninkrijk aan het verzwelgen bent, natuurlijk! » Riep de pad geïrriteerd. « Het spijt me meneer pad, ik wist dat niet, schenk mij vergiffenis. » Antwoordde de eenhoorn vriendelijk. « Kan ik je ergens mee van dienst zijn om het goed te maken? »
De sluwe Jean-Jacques zag zijn kans. Poeslief zei hij tegen de eenhoorn: « Ach, eenhoorn, ik weet het allemaal niet meer. Ooit was ik de koning van een prachtig rijk, maar een oude boze tovenaar veranderde me in een pad en nu zit ik hier, gedoemd om hele dagen vliegjes te vangen, misschien kan je me wel helpen. » Op dat moment speelde het medeleven van de eenhoorn een grote rol. De eenhoorn, edel en nobel, kon het niet laten om de pad ter hulp te schieten. « Vertel, heer pad, hoe kan ik je van die afschuwelijke vloek afhelpen? » « Enkel door de tovenaar te doden kan de vloek verbroken worden. Ga, en loop zo snel je hoeven je kunnen brengen naar de grote stad, rijg die verschrikkelijke tovenaar aan je hoorn en bezorg me zijn zwaard als bewijs, enkel dan zal ik verlost zijn. »
De sluwe Jean-Jacques zag zijn kans. Poeslief zei hij tegen de eenhoorn: « Ach, eenhoorn, ik weet het allemaal niet meer. Ooit was ik de koning van een prachtig rijk, maar een oude boze tovenaar veranderde me in een pad en nu zit ik hier, gedoemd om hele dagen vliegjes te vangen, misschien kan je me wel helpen. » Op dat moment speelde het medeleven van de eenhoorn een grote rol. De eenhoorn, edel en nobel, kon het niet laten om de pad ter hulp te schieten. « Vertel, heer pad, hoe kan ik je van die afschuwelijke vloek afhelpen? » « Enkel door de tovenaar te doden kan de vloek verbroken worden. Ga, en loop zo snel je hoeven je kunnen brengen naar de grote stad, rijg die verschrikkelijke tovenaar aan je hoorn en bezorg me zijn zwaard als bewijs, enkel dan zal ik verlost zijn. »
Zo gezegt zo gedaan, de eenhoorn vertrok. Hij rende zo hard hij kon. Toen hij aankwam in de stad baadde deze in de zon. Iedereen, tot in de smalste straatjes, leek blij en de stad bruiste van geluk en leven. Bij één van de stadspoorten zag hij een oude bedelaar zitten. Voorzichtig sprak hij hem aan. De eenhoorn vroeg wie de vorst was die er nu heerste en of de bedelaar ooit gehoord had van de oude tovenaar. De bedelaar wist hem te vertellen dat het koninkrijk geregeerd werd door een goede vorst, een edelmoedig en eerlijk man. Van de oude tovenaar had hij echter nog nooit gehoord, enkel van de stokoude magiër die de koningen al generaties lang bijstond. De eenhoorn raakte zo stilaan in de war. Dit verhaal kwam niet overeen met wat de pad hem verteld had. De eenhoorn vertelde de oude man over zijn queeste. Deze moest bulderen van het lachen. Er vond een geweldige knal plaats, gevolgd door veel rook en enkele ogenblikken later, toen de rook opgetrokken was, stond er een statige, oude, grijze man voor de eenhoorn. De oude bedelaar bleek de tovenaar te zijn. Hij verzekerde de eenhoorn er van dat hij echt wel een goed man was en sloot een pact met hem. De eenhoorn zou samen met de tovenaar voor eens en altijd komaf maken met de duivelse koning. Met het zwaard en een nieuwe opdracht vertrok de eenhoorn opnieuw richting de paddenpoel.
Bij de poel vond de eenhoorn zoals verwacht de slijmerige pad terug. Deze was dolgelukkig bij het zien van het zwaard. De duivelsachtige twinkeling lichtte op in zijn ogen. Het was die glinstering in de ogen van de pad waardoor de eenhoorn besloot om toe te slaan. Hij reeg de pad aan zijn hoorn. Het kleine, met haat vergiftigde, hart van de koudbloed werd doorboord. De tiran die de pad was, zou nooit nog iemand voor de gek houden. De eenhoorn keerde terug om verslag uit te brengen bij de tovenaar. Deze veranderde de eenhoorn, als dank, in een prachtige prinses, ze trouwde met de koning en leefden nog lang en gelukkig.
Gedichtanalyse Leonard Nolens
Nolens Leonard
3 belangrijke bundels:
- 2002 - Gedichtendagprijzen voor 'Hostie' uit de bundel Manieren van leven
- 2007 - Karel van de Woestijneprijs voor poëzie van de gemeente Sint-Martens-Latem
- 2008 - VSB Poëzieprijs voor Bres
(laatste 3 bekroningen van zijn gedichtenbundels.)
3 belangrijke thema’s
· Liefde
· Herkomst
· Jeugd & volwassenheid
Enkele belangrijke prijzen
- 1974 de prijs voor het beste literaire debuut in Vlaanderen
- 1976 de Arkprijs
- 1983 kreeg de prijs van de Vlaamse Gids voor Vertigo.
Gekozen gedicht:
Jij bent schatrijk geboren
Jij en ik, dat is twee
Plus dit. Dat is drie. Dat is vragen
Om ruzie, men komt er niet uit.
Wij zitten perplex in elkaar.
Wij maken hetzelfde misbaar.
Jij en ik dat is een.
Jij bent schatrijk geboren
En kocht mij met gemak.
Dat zet ik je betaald
Op deze rekening.
Ik ben geen slapend geld
Vandaag, ik handel in ons.
Ik werk mij in het zweet
Van jou, ik bid en vloek mij
Uit de naad van ons,
Ik maak je winst op de markt.
Jij bent wat ik hier tel,
Mijn tol, mijn kapitaal.
Ik viel jou in de schoot
Van goud, ik woeker met wissels
Van ons en koop je terug
Nu ik ons doorverkoop
Aan vreemden, de truc is gelukt.
Wij staan op hetzelfde biljet.
Vos, de M. (2008). Jou willen is je missen. Amsterdam: Uitgeverij Van Gennep.
Persoonlijke analyse:
Een gedicht over de liefde, het vergaren van elkaars liefde met voor- en tegenspoed. Ik heb voor dit gedicht gekozen omdat het mooi en puur geschreven vond. De woordkeuze en de beschrijving van de liefde zet aan tot nadenken.
De eerste zes regels gaan over het samenzijn met zijn voordelen en nadelen, het samenvloeien in een nieuwe vorm, het één zijn met twee. De volgende zes regels geven de verschillen weer. Het belang van eigenheid, onderhandeling als troef voor een goede relatie. De zes regels die daarop volgen, gaan om het investeren in elkaar, het oogsten van liefde bij elkaar, wanneer de prille liefde enigszins vervlogen is en er gesproken wordt over houden van. De laatste zes regels, de liefde in ‘houden van’ is complex geworden. Om het toch te voorzien van nieuwe groeistof moeten harten opnieuw veroverd worden, overladen met een nieuwe portie liefde, om het één zijn te blijven behouden. Zoet als liefde.
De eerste zes regels gaan over het samenzijn met zijn voordelen en nadelen, het samenvloeien in een nieuwe vorm, het één zijn met twee. De volgende zes regels geven de verschillen weer. Het belang van eigenheid, onderhandeling als troef voor een goede relatie. De zes regels die daarop volgen, gaan om het investeren in elkaar, het oogsten van liefde bij elkaar, wanneer de prille liefde enigszins vervlogen is en er gesproken wordt over houden van. De laatste zes regels, de liefde in ‘houden van’ is complex geworden. Om het toch te voorzien van nieuwe groeistof moeten harten opnieuw veroverd worden, overladen met een nieuwe portie liefde, om het één zijn te blijven behouden. Zoet als liefde.
BRONNEN:
- Vos, de M. (2008). Jou willen is je missen. Amsterdam: Uitgeverij Van Gennep.
- Bvl. (15.01.2009). Tabblad: gedichten, gedicht (nr. 3130). [ 10.10.2010, nederlands.nl: http://www.gedichten.nl/nedermap/gedichten/gedicht/148229.html?zoekresultaat=ja].
- Pelgrims, P. (2007). Leonard Nolens. [ 10.10.2010, Poëzie-leestafel: http://www.poezie-leestafel.info/recensies-leonard-nolens].
Volwassenenstrips
Froideval & Tacito. (2001). 666, missa dicta est. Zelhem: Arboris.
strip voor volwassenen.
kerk, demonen, vrouwelijk schoon
*
strip voor volwassenen.
kerk, demonen, vrouwelijk schoon
*
Deze strip valt onder het genre gagstrip, subgenre erotisch stripverhaal.
In dit stripverhaal is de held kardinaal Carmody, een soort Clint Eastwood van het Vaticaan die wordt benoemd tot paus. Hij moet de demonen weren die door de poorten van de hel zijn ontsnapt. De held is en een held-god in de vorm van een geestelijke. De held wordt bijgestaan door zijn rechterhand, Billy, die in de reeks de secondant is. De machtige vriend, vrienden in dit geval, zijn de Rabbi’s die paus Carmody bijstaan in de strijd tegen de demonen door gebruik te maken van de Ark der Verbonds. De schurk in deze strip is een vrouw, Lilith is een demon die de paus en de katholieke kerk uit de weg wil ruimen.
In dit stripverhaal is de held kardinaal Carmody, een soort Clint Eastwood van het Vaticaan die wordt benoemd tot paus. Hij moet de demonen weren die door de poorten van de hel zijn ontsnapt. De held is en een held-god in de vorm van een geestelijke. De held wordt bijgestaan door zijn rechterhand, Billy, die in de reeks de secondant is. De machtige vriend, vrienden in dit geval, zijn de Rabbi’s die paus Carmody bijstaan in de strijd tegen de demonen door gebruik te maken van de Ark der Verbonds. De schurk in deze strip is een vrouw, Lilith is een demon die de paus en de katholieke kerk uit de weg wil ruimen.
Op de pagina is gebruik gemaakt van een beeldpositie bestaande uit 5 kaders. De kader linksboven en de kader onderaan zijn een groot formaat, de drie kaders rechtsboven zijn van gelijke grote.
Men heeft gekozen om de tekeningen volledig te vullen. Het personage staat vrijwel in elke tekening centraal opgesteld. Ruimtelijk is er gekozen voor een zaal en een kamer. Er wordt vooral gewerkt met contrasterende kleuren. Het donkerrood en het zwart staan in contrast met het lichtblauw en oker. De kleuren komen in al de prenten terug. Van schaduw is vrijwel geen sprake. Het beeldkader is eerder sober gehouden. Het wordt aangeduid met een zwarte dunne omlijning. Van beeldsymbolen is geen gebruik gemaakt. Close-up, vogelperspectief en 1-puntsperspectief zijn allemaal op deze pagina terug te vinden.
Er wordt gebruik gemaakt van vierkante tekstballonnen en denkkaders.
De personages zijn goed uitgewerkt en hebben duidelijke uiterlijke kenmerken.
De sfeer die het stripboek weergeeft is vooral gewelddadig. Het gehele verhaal wordt er gestreden tussen de demonen en de katholieke kerk.
Het taalgebruik in deze strip is een mengeling van algemeen Nederlands en Latijnse termen.
Men heeft gekozen om de tekeningen volledig te vullen. Het personage staat vrijwel in elke tekening centraal opgesteld. Ruimtelijk is er gekozen voor een zaal en een kamer. Er wordt vooral gewerkt met contrasterende kleuren. Het donkerrood en het zwart staan in contrast met het lichtblauw en oker. De kleuren komen in al de prenten terug. Van schaduw is vrijwel geen sprake. Het beeldkader is eerder sober gehouden. Het wordt aangeduid met een zwarte dunne omlijning. Van beeldsymbolen is geen gebruik gemaakt. Close-up, vogelperspectief en 1-puntsperspectief zijn allemaal op deze pagina terug te vinden.
Er wordt gebruik gemaakt van vierkante tekstballonnen en denkkaders.
De personages zijn goed uitgewerkt en hebben duidelijke uiterlijke kenmerken.
De sfeer die het stripboek weergeeft is vooral gewelddadig. Het gehele verhaal wordt er gestreden tussen de demonen en de katholieke kerk.
Het taalgebruik in deze strip is een mengeling van algemeen Nederlands en Latijnse termen.
Boekverfilming
Lemming Film (Prod.) en Horst, R. (Reg.)(2010). Iep[DVD]. Amsterdam: Independent films.
familiefilm
(Gouden film, Grand Prix de Montreal)
drama, fantasie, kinderfilm
****
familiefilm
(Gouden film, Grand Prix de Montreal)
drama, fantasie, kinderfilm
****
Leeuwen van, J. (2000). Iep. Antwerpen: Querido’s Uitgeverij bv.
9+
kinderboek
(Woutertje Pieterse prijs 1997, de Gouden Uil 1997, Zilveren Griffel 1997)
vriendschap, vrijheid, zoektocht
****
9+
kinderboek
(Woutertje Pieterse prijs 1997, de Gouden Uil 1997, Zilveren Griffel 1997)
vriendschap, vrijheid, zoektocht
****
De film loopt gelijknamig aan het boek. Er is gekozen om het boek in al zijn opzichten te volgen, met uitzondering van enkele details en toevoegingen.
Het vertelperspectief is zowel in het boek als in de film hetzelfde. In beiden staan dialogen centraal, ze zijn allesomvattend en bevatten al de nodige informatie voor de lezer en de kijker om het verhaal te kunnen volgen. Opbouw en handelingsverloop lopen redelijk gelijk in film en boek. De verhaallijn is hetzelfde, alleen heeft men in de film het einde aangepast en enkele delen uit het verhaal samengenomen en in een ander tijdsverloop geplaatst. In de film zijn 5 nevenpersonages weggelaten die in het oorspronkelijke verhaal wel aanwezig zijn. De scènes worden hiervoor aangepast en ingevuld door de hoofdpersonages.
Om de film meer diepgang te geven zijn er enkele plaatsen van handeling veranderd. Zo komt voor in het boek dat Viegeltje op een appartementsgebouw zit, terwijl ze haar in de film laten plaatsnemen op een kerktoren. Dit komt het personage van de redder ten goede, omdat hij nu meer klimwerk heeft en de redding een uitdaging is, terwijl hij in het boek met de lift naar het bovenste verdiep gaat en zijn armen maar hoeft uit te steken om Viegeltje te redden. Een scène die eveneens is toegevoegd aan de film, is de put. Viegeltje haar vleugeljasje vliegt in de put en ze laten Loetje in de put zakken om naar haar te zoeken. Achteraf vergeten ze Loetje in de put. Deze scène is louter toegevoegd om de vergeetachtigheid die ontstaat door Vliegeltjes verdwijning te benadrukken, evenwel om het verhaal te voorzien van een grappige wending. In het boek is geen sprake van een put en vinden ze het vleugeljasje aan een steen in de beek. Ondanks deze toevoegingen is de plaats van handeling altijd dezelfde gebleven, evenwel de historische tijd waarin het verhaal zich afspeelt.
Al de karakteristieken die de personages in het boek toebedeeld krijgen, hebben ze doorgetrokken naar de personages in de film. Als je de film bekijkt herken je de personages uit het boek meteen. Ook de dialogen zijn rechtstreeks uit het boek overgenomen. De beschrijvingen en woordspelingen geven de film een erg speelse toets. Je hebt het gevoel alsof de volwassenen in hun kinderjaren zijn blijven steken.
De spanningsopbouw in de film verschilt toch wel met de spanningsopbouw in het boek. In het boek is alles zeer luchtig gehouden, in de film echter is gekozen voor meer spannende momenten. Ondanks de vele veranderingen is het centrale thema hetzelfde gebleven.
Dit is de eerste keer dat ik de film beter vind dan het boek, omdat de verhaallijn vrijwel hetzelfde is en de personages prachtig in beeld worden gebracht. De delen die ze uit het boek weglaten worden prachtig opgevangen in de film. Het is tot dusver de allerbeste Nederlandse boekverfilming die ik gezien heb.
Het vertelperspectief is zowel in het boek als in de film hetzelfde. In beiden staan dialogen centraal, ze zijn allesomvattend en bevatten al de nodige informatie voor de lezer en de kijker om het verhaal te kunnen volgen. Opbouw en handelingsverloop lopen redelijk gelijk in film en boek. De verhaallijn is hetzelfde, alleen heeft men in de film het einde aangepast en enkele delen uit het verhaal samengenomen en in een ander tijdsverloop geplaatst. In de film zijn 5 nevenpersonages weggelaten die in het oorspronkelijke verhaal wel aanwezig zijn. De scènes worden hiervoor aangepast en ingevuld door de hoofdpersonages.
Om de film meer diepgang te geven zijn er enkele plaatsen van handeling veranderd. Zo komt voor in het boek dat Viegeltje op een appartementsgebouw zit, terwijl ze haar in de film laten plaatsnemen op een kerktoren. Dit komt het personage van de redder ten goede, omdat hij nu meer klimwerk heeft en de redding een uitdaging is, terwijl hij in het boek met de lift naar het bovenste verdiep gaat en zijn armen maar hoeft uit te steken om Viegeltje te redden. Een scène die eveneens is toegevoegd aan de film, is de put. Viegeltje haar vleugeljasje vliegt in de put en ze laten Loetje in de put zakken om naar haar te zoeken. Achteraf vergeten ze Loetje in de put. Deze scène is louter toegevoegd om de vergeetachtigheid die ontstaat door Vliegeltjes verdwijning te benadrukken, evenwel om het verhaal te voorzien van een grappige wending. In het boek is geen sprake van een put en vinden ze het vleugeljasje aan een steen in de beek. Ondanks deze toevoegingen is de plaats van handeling altijd dezelfde gebleven, evenwel de historische tijd waarin het verhaal zich afspeelt.
Al de karakteristieken die de personages in het boek toebedeeld krijgen, hebben ze doorgetrokken naar de personages in de film. Als je de film bekijkt herken je de personages uit het boek meteen. Ook de dialogen zijn rechtstreeks uit het boek overgenomen. De beschrijvingen en woordspelingen geven de film een erg speelse toets. Je hebt het gevoel alsof de volwassenen in hun kinderjaren zijn blijven steken.
De spanningsopbouw in de film verschilt toch wel met de spanningsopbouw in het boek. In het boek is alles zeer luchtig gehouden, in de film echter is gekozen voor meer spannende momenten. Ondanks de vele veranderingen is het centrale thema hetzelfde gebleven.
Dit is de eerste keer dat ik de film beter vind dan het boek, omdat de verhaallijn vrijwel hetzelfde is en de personages prachtig in beeld worden gebracht. De delen die ze uit het boek weglaten worden prachtig opgevangen in de film. Het is tot dusver de allerbeste Nederlandse boekverfilming die ik gezien heb.
Abonneren op:
Posts (Atom)